Bewustzijn
Ieder mens is bewust. Toch is bewustzijn moeilijk te onderscheiden. Dat komt doordat bewustzijn heel dicht bij de mens ligt, zodat hij onvoldoende afstand kan nemen om op zijn bewustzijn te reflecteren, om zijn bewustzijn waar te nemen. Net zoals het oog een voorwerp wat te dichtbij is, niet kan zien. En hoe kan iemand de aandacht richten op zijn bewustzijn als zijn aandacht zelf een belangrijk onderdeel is van dat bewustzijn? Dat lijkt onmogelijk. Toch is duidelijk dat iemands bewustzijn de hoofdrol speelt in zijn leven. Een voortdurende stroom van gedachten en emoties, ook onderbewuste, stuurt zijn leven.
Bewustzijn beweegt voortdurend. De meest voorkomende bewustzijnstoestanden zijn waken, slapen en dromen. Als de cyclus van deze bewustzijnstoestanden verstoord wordt, raakt de mens in het ongerede. Denk aan een overmaat van slapeloosheid, nachtmerries, te lang wakker zijn onder veel stress. Dat vertroebelt het waarnemen en het welbevinden en kan ziek maken. Ook medicijnen en drugs kunnen het bewustzijn en daardoor ook de waarneming vervormen. Een voorbeeld is de werking van LSD.
De aloude vraag blijft: Wie is de mens? Is hij wel in staat om zichzelf te kennen? En, belangrijker, kan hij zijn bewustzijn bijsturen en vernieuwen? Voor de meesten begint de dag met een ontmoeting met zichzelf voor de spiegel in de badkamer. In die spiegel neemt iemand zichzelf waar, althans zijn lichaam, de buitenkant. Daar ziet iemand zijn metamorfose als gevolg van opfrissen, scheren of opmaken. De vraag is of voor het bewustzijn ook een spiegel bestaat waarin iemand zichzelf kan waarnemen om vervolgens de gewenste verbeteringen aan te brengen.
Ieder empirisch onderzoek is per definitie manipulatief. Meten verandert het voorwerp van meting. De realiteit is dat de waarnemer hooguit bij benadering de toestand, die hij wil onderzoeken, kan waarnemen, omdat zijn waarnemen de originele toestand wijzigt of, sterker uitgedrukt, vernietigt.
Dat geldt zeker voor onderzoek van bewustzijn, omdat het richten van de aandacht, nodig om waar te nemen, een hoofdbestanddeel is van het bewustzijn zelf. Dat geldt eveneens wanneer een onderzoeker het bewustzijn van een ander onderzoekt. Die ander is zich immers bewust van het feit dat hij voorwerp van onderzoek is. Bewustzijn in originele staat lijkt ongrijpbaar te zijn. Onderzoek naar bewustzijn lijkt te verzanden in een zee van potenties die met elkaar verstrengeld zijn. Deze problematiek vertoont hiermee overeenkomsten met de problematiek van onderzoek in de kwantumfysica.
Omdat het leven van de mens gestuurd wordt door een voortdurende stroom van gedachten en emoties blijft de vraag prangen of hij zijn bewustzijn, waaruit deze stroom voortkomt, gericht kan verbeteren. Gericht vernieuwen vereist een kompas, een referentierichting om te kunnen navigeren. Zonder kompas is het schip op drift. In deze tijd van snelle veranderingen en met de enorme groei van de dagelijkse informatiestroom neemt de noodzaak om het bewustzijn te versterken toe. Het is meegroeien of vastlopen en achterblijven.
Vaak gebruiken mensen anderen als spiegel. Mensen kennen zichzelf dan door hun relaties. Goedkeuring of afkeuring door de groep bepalen de richting voor veranderen. Dat heeft echter grenzen. Als iemand daarin te ver gaat ontstaat verlies van identiteit. Peter Halldorf legt een verband met de toename van gevallen van burn-out. Hij merkt op: “Gebrek aan concentratie doet ons geen goed. De ziel wordt uitgerekt wanneer te veel verplichtingen en mensen een beroep doen op onze aandacht en tijd. De hooggeprezen flexibiliteit is bedrieglijk en we raken erdoor met onszelf in de knoop. We willen alles zijn, overal tijd voor hebben, ons voor alles interesseren, met iedereen omgaan. (…) te veel relaties rekken de ziel uit en verdunnen de vriendschap.” (Peter Halldorf, ‘Vol van de Geest’, pag. 307; Ark Media 2018).
De vraag die overblijft is of mensen een referentiespiegel kunnen vinden onafhankelijk van anderen. Veel New Age stromingen zijn van mening dat dit kan en gaan uit van het ‘Zelf’ als innerlijke referentiespiegel. Ook een stroming als mindfulness is gericht op ontwikkelen van waarnemen door te leren om stil te zijn en vanuit die rust met zo min mogelijk verstoring waar te nemen.
Anderen gaan een stap verder. Auteurs uit de Oudheid zoals Paulus van Tarsus, Lucas, Johannes, Matteüs en Marcus en hedendaagse auteurs, zoals Halldorf, Tozer en Gumble, schrijven dat de mens zijn bewustzijn kan openstellen voor de Geest van Christus. Velen geven aan te ervaren dat deze Geest zich dan met hen verbindt en hen als een coach liefdevol, dus zonder kracht of dwang, begeleidt naar meer bewust zijn, naar een rijke innerlijke ervaring. De Geest doet hen daarbij eigen beperkingen transcenderen. Tevens is de Geest van Christus coördinator tussen mensen, omdat ieder deel krijgt aan dezelfde Geest. Bewust worden gaat daardoor gepaard met geleidelijk harmoniseren van het individuele en het collectieve bewustzijn.