Recht
De mens heeft een haat – liefde verhouding met het recht. Hij heeft een sterke vrijheidsdrang maar begrijpt dat recht nodig is om samen te leven. De mens heeft graag ergens recht op maar heeft liever geen verplichtingen.
Recht is nog geen gerechtigheid. Gerechtigheid ontstaat waar het recht vanuit oprechte dienstbaarheid en vanuit vertrouwen – te goeder trouw – wordt toegepast en waar de een de ander belangrijker, of tenminste even belangrijk, acht. Daarentegen probeert kwade trouw het recht zo te buigen dat zelfs een goede regel leidt tot een verwerpelijk resultaat. Gerechtigheid betekent eerlijk delen en het goede voor de ander zoeken.
Gerechtigheid geschiedt ook als een overtreder of misdadiger tot inkeer komt en voortaan het goede gaat doen. Gerechtigheid verlangt dat de samenleving die overtreder een nieuwe kans geeft om weer deel te nemen aan de samenleving.
Recht is meer dan geschreven en ongeschreven regels. Recht is contextueel, vervat in een cultuur, in normen en waarden. Recht is relationeel, ordent relaties.
De Bergrede in het evangelie van Matteüs roept op tot een houding van bescheidenheid, zachtmoedigheid, barmhartigheid, rein denken en vrede stichten en tot vergevingsgezindheid. Verwens de ander niet en heb je vijanden lief. Wees niet bezorgd maar wees positief. Het valt op dat dit niet primair gaat over wat iemand doet, maar over wie hij is, over zijn karakter, zijn innerlijk, zijn bewustzijn.
Een goede boom brengt goede vruchten voort en een slechte boom slechte vruchten. Mensen met een goed karakter brengen gerechtigheid voort. Het recht is voor hen meer een hulp om goed te communiceren en de ander te begrijpen, dan een dwingend kader. Ook voor kwade mensen kan het recht een hulpmiddel zijn om te groeien in de goede richting, mits het recht daadwerkelijk gehandhaafd wordt, zodat zij de nodige terugkoppeling op rechtsinbreuken krijgen. Gedogen vertroebelt.